fbpx

1 november 1986. Er breekt een brand uit op het terrein van chemiebedrijf Sandoz in Bazel, Zwitserland. Brandweerlieden proberen de brand te beheersen. Bluswater vermengt zich met allerlei chemische stoffen. Grote hoeveelheden verontreinigd bluswater komen in de Rijn terecht en uiteindelijk zal deze brand ‘de boeken in gaan’ als een van de grootste milieurampen in de Europese geschiedenis. In de dagen na de brand blijkt stroomafwaarts, over een afstand van meer dan 400 kilometer, sprake te zijn van vissterfte als gevolg van de chemische stoffen. Ook de inname van water uit de Rijn ten behoeve van de drinkwaterproductie wordt stopgezet. Deze ramp was voor de Commissie Preventie van Rampen in Nederland dan ook de directe aanleiding voor de ontwikkeling van een aantal richtlijnen voor de opslag van ‘verpakte’ gevaarlijke stoffen. Maar wat maakt de opslag van ‘verpakte’ gevaarlijke stoffen eigenlijk zo bijzonder ten opzichte van andere vormen van opslag?

Opslag van gevaarlijke stoffen

In geïndustrialiseerde landen zoals Nederland wordt veelvuldig gebruik gemaakt van gevaarlijke stoffen voor de productie en verwerking van allerhande goederen. In sommige gevallen gaat het om grote hoeveelheden, in andere gevallen om kleinere hoeveelheden. Veel van deze gevaarlijke stoffen moeten op enig moment ergens voor een bepaalde tijd worden opgeslagen. In geval van grotere hoeveelheden, bijvoorbeeld in opslagtanks, spreken we van ‘bulkopslag’. Kleinere hoeveelheden gevaarlijke stoffen worden vaak verpakt in jerrycans, vaten of intermediate bulk containers (IBC’s). Dan spreken we van ‘stukgoedopslag’. Wanneer gevaarlijke stoffen per stuk zijn verpakt in ‘stukgoederen’, dan noemt men dit doorgaans ‘opslag van verpakte gevaarlijke stoffen’.

Risico’s van stukgoedopslag

Omdat het om kleinere hoeveelheden gaat, gaat stukgoedopslag vaak gepaard met meer handelingen dan het geval is bij bulkopslag. Verschillende soorten verpakkingen met daarin verschillende soorten chemische stoffen worden met behulp van bijvoorbeeld een heftruck gelost vanuit een vrachtwagen, tijdelijk in een expeditieruimte gezet en vervolgens in de juiste opslagruimte geplaatst. Behalve dat de lossing van stukgoed met meer handelingen gepaard gaat, vinden er van en naar een stukgoedopslag dus vaak ook meer verkeersbewegingen plaats. Aan deze handelingen en verkeersbewegingen zijn risico’s verbonden. Verpakkingen kunnen vallen of op een andere manier worden beschadigd, waardoor de inhoud vrijkomt. Wanneer het om brandgevaarlijke stoffen gaat kan dit, in geval van ontsteking, leiden tot een brand. Omdat op een expeditievloer of in een opslagruimte vaak relatief veel verpakkingen tegelijkertijd aanwezig zijn, kan een beginnende brand zich in sommige gevallen snel uitbreiden tot een onbeheersbare situatie. Dit scenario voltrok zich bij het eerdergenoemde chemiebedrijf Sandoz, maar ook meer recent nog bij chemiebedrijf Chemiepack op industrieterrein Moerdijk.

Wat is PGS15?

Om deze en andere risico’s te beheersen die zijn verbonden aan de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, heeft de Commissie Preventie van Rampen (CPR) in Nederland destijds een aantal richtlijnen ontwikkeld: de zogenaamde CPR15-richtlijnen. Deze richtlijnen zijn later, in 2005, samengevoegd herzien in de PGS15-richtlijn. De 2005-versie is daarna een aantal keer herzien; in 2011, 2012 en 2016. PGS15 staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, deel 15. Het is een richtlijn die de ‘best beschikbare technieken’ beschrijft voor het beschermen van mens en milieu rondom de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Best beschikbare technieken, afgekort BBT, is een begrip uit het milieurecht dat staat voor de ‘meest doeltreffende methoden die technisch en economisch haalbaar zijn, om emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen’. Deze technieken zijn in de PGS15-richtlijn omgezet in algemene regels met betrekking tot milieu, arbeidsveiligheid en brandveiligheid. Daarnaast zijn er regels opgenomen voor specifieke vormen van stukgoedopslag, zoals de opslag van gasflessen, tankcontainers of opslagen groter dan 10.000 kg.

Is PGS15 wetgeving en moet ik er altijd aan voldoen?

De PGS15-richtlijn bevat regels, maar deze regels zijn niet per definitie altijd en allemaal van toepassing. In de eerste plaats is het een PGS15richtlijn, geen wetgeving. In het milieurecht – meer specifiek in het Activiteitenbesluit en -regeling – wordt een aantal regels uit de PGS15-richtlijn letterlijk voorgeschreven. Hierdoor hebben die specifieke regels uit de PGS15-richtlijn een wettelijke status gekregen. Dit zijn veelal de eerdergenoemde algemene regels met betrekking tot milieu, arbeidsveiligheid en brandveiligheid. Voor specifieke vormen van stukgoedopslag moet meestal eerst een omgevingsvergunning aangevraagd worden. De vergunningverlener put dan uit de PGS15-richtlijn bij het opstellen van vergunningsvoorschriften.

Hoe gaat Oostkracht10 mij helpen?

Oostkracht10 heeft de nodige ervaring met vergunningen en regels omtrent milieu en veiligheid. We kunnen je natuurlijk vertellen met welke beperkingen vanuit wetten en regels je te maken hebt. En welke ontwikkelingen er allemaal niet mogelijk zijn. Wij draaien het graag om. Want door slim met de ruimte om te springen kan je vaak nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken. En door beperkte aanpassingen in je bedrijfsvoering, kan je vaak veel prettiger ondernemen. Benieuwd wat we voor jou kunnen betekenen? Neem contact op. Oostkracht10 staat klaar met onze kennis over alle richtlijnen, zo ook de PGS15-richtlijn.

Persoonlijk advies?

Tom Reijers
Whatsapp icon