De Omgevingswet wordt per 1 januari 2024 ingevoerd. De modernisering van het huidige externe veiligheidsbeleid (Modernisering Omgevingsveiligheid) is daar onderdeel van. Dit gaat gepaard met de introductie van ‘aandachtsgebieden’. Oostkracht10 heeft tal van bedrijven en overheden geholpen met de voorbereidingen op deze verandering. Toch blijft er nog veel onduidelijk. Daarom gaat dit artikel in op wat aandachtsgebieden zijn, waarom ze nodig zijn, hoe ze in de praktijk werken en wat overheden en bedrijven hiermee moeten.
Wat zijn aandachtsgebieden?
Aandachtsgebieden zijn gebieden waar mensen binnenshuis, zonder aanvullende maatregelen, onvoldoende beschermd zijn tegen de effecten van gevaarlijke stoffen. In ons land vervoeren en gebruiken we dagelijks gevaarlijke stoffen. Denk bijvoorbeeld aan een tankstation met stoffen als LPG. Door een ongeval bij het tankstation (bijvoorbeeld een botsing) ontstaat er een grote brand of explosie. De kans is erg klein, maar de effecten kunnen enorm zijn voor mensen en natuur in de omgeving.
Aandachtsgebieden zijn contouren rond een risicobron die aangeven tot waar effecten levensbedreigend zijn. Binnen deze contouren moet aandacht zijn voor het zogenaamde groepsrisico. Dat kan door afstand te houden van de risicobron of door aanvullende beschermende maatregelen te nemen. Daarmee beschermen we de gezondheid en veiligheid van de omgeving.
Waarom zijn aandachtsgebieden nodig?
Het groepsrisico is de kans dat een grote groep mensen slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Onder de huidige wetgeving is het nog verplicht om het groepsrisico te berekenen. Dat is na de invoering van de Omgevingswet niet meer het geval. De berekeningen zorgen namelijk voor abstracte risicogetallen waar overheden en ruimtelijke ontwikkelaars niet altijd wat mee kunnen. Dat wil zeggen, risicogetallen zijn lastig te vertalen naar veiligheidsbeleid en ontwerpvariabelen. Daarnaast weten bewoners hiermee alsnog niet welk risico ze lopen. Dat moet anders.
Het groepsrisico wordt straks op een kaart gevisualiseerd, met drie aandachtsgebieden (voor brand, explosie en/of gifwolk) rond een risicobron. Hiermee is inzichtelijk wat de effecten van een ongeval zijn en tot waar ze levensbedreigend zijn. Het is dan eenvoudiger af te wegen waar nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (niet) wenselijk zijn. Het nodigt ook uit om in de verkenningsfase het gesprek over externe veiligheid al te voeren. Iets wat nu vooral tijdens of na de uitvoering van een ruimtelijk ontwikkeling gebeurt.
Wat voor aandachtsgebieden zijn er?
Het soort aandachtsgebied en de grootte ervan kunnen variëren per risicobron. Voor standaard risicovolle activiteiten zijn er vaak gebieden met vaste afstanden. Zo hebben alle LPG-tankstations in Nederland een brandaandachtsgebied (BAG) van 60 meter en een explosieaandachtsgebied (EAG) van 160 meter (zie Besluit kwaliteit leefomgeving). In andere gevallen (bijvoorbeeld zware industriële bedrijven) worden geen vaste afstanden gebruikt, omdat maatwerk nodig is. Onderzoek naar de aanwezige gevaarlijke stoffen wijst dan uit wat het meest ingrijpende scenario is en welke effecten daarbij horen. Daarna wordt met een rekenmodel de afstand van het aandachtsgebied bepaald, dus tot waar een effect nog levensbedreigend zijn. De kans op het ongeval wordt niet meegenomen in deze berekening.
Een gemeente heeft daarnaast de mogelijkheid om voorschriftengebieden en attentiegebieden aan te wijzen. In een voorschriftengebied gelden extra bouwkundige eisen voor nieuwbouw. Alleen gebieden die in een brand- of explosieaandachtsgebied liggen, kunnen (gedeeltelijk) worden aangewezen als voorschriftengebied. Als het gaat om (beperkt) kwetsbare gebouwen mogen gemeenten hier zelf een afweging over maken. In het geval van zeer kwetsbare gebouwen zijn ze verplicht om voorschriftengebieden aan te wijzen. Tot slot kunnen gemeenten attentiegebieden aanwijzen om mensen op buitenlocaties aanvullend te beschermen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Wat moeten provincies en gemeenten hiermee?
Alle aandachtsgebieden worden straks openbaar via een online risicokaart. Daarnaast moeten gemeenten deze gebieden opnemen in hun omgevingsplan (vervangt vanaf 2032 alle bestemmingsplannen). Niet alleen overheden, maar ook bedrijven en bewoners kunnen straks zien welke gebieden in hun omgeving liggen. Een goede uitleg door de overheid is dan essentieel. Het is namelijk nog maar de vraag hoe bewoners en bedrijven hierop gaan reageren.
Na vastlegging, moeten gemeenten bedenken welk beschermingsniveau ze willen hanteren binnen deze aandachtsgebieden. Dit leggen ze opnieuw vast in hun omgevingsplan. Daarbij kunnen gemeenten zich ze volgende vragen stellen:
- Waar laten we nieuwe risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen en bijhorende aandachtsgebieden toe?
- In welke aandachtsgebieden laten we nieuwe beperkt kwetsbare gebouwen en locaties (BKG/BKL), kwetsbare gebouwen en locaties (KG/KL) en zeer kwetsbare gebouwen (ZKG) toe?
- Welke aandachtsgebieden wijzen we (gedeeltelijk) aan als voorschriftengebieden om bouwkundige maatregelen te eisen?
Niet alleen gemeenten moet nadenken over de nieuwe benadering van dit thema. Ook provincies moeten een omgevingsvisie en omgevingsverordening opstellen met aandacht voor externe veiligheid. Daarnaast hebben ze de mogelijkheid om een omgevingsprogramma op te stellen met maatregelen die de veiligheid bevorderen.
Hetgeen wat in een omgevingsplan en -verordening staat, zal gevolgen hebben voor initiatiefnemers. Het is dus verstandig om op voorhand al een strategie voor externe veiligheid te bedenken. Bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en groeiambities hebben, doen dit bijvoorbeeld aan de hand van onze Strategie Omgevingsveiligheid:
Hoe kan Oostkracht10 helpen?
Oostkracht10 heeft kennis van de Omgevingswet en alle bijkomende zaken. Daarbij is externe veiligheid (straks omgevingsveiligheid) ons specialisme. Heb jij al door hoe dit thema inhoudelijk en procesmatig gaat veranderen onder de Omgevingswet? Lees hier hoe Oostkracht10 jou helpt bij de voorbereidingen op de Omgevingswet of neem meteen contact met ons op!
Kan ik je helpen?
